Beton is en blijft een onmisbaar bouwmateriaal bij moderne bovengrondse en ondergrondse werken. Juist gewapend beton geldt als het bouwmateriaal van de toekomst. Maar zijn levensduur is niet onbeperkt. Daarom moeten gebouwen en onderdelen van gewapend beton regelmatig op schade worden gecontroleerd. Hoe eerder gebreken worden herkend, des te eenvoudiger kunnen ze worden verholpen.
Brillux levert voor vakkundige bescherming en reparatie van betonnen bouwelementen een volledig assortiment, dat ook voldoet aan de eisen van de reparatierichtlijn van de Duitse Commissie voor gewapend Beton ("DAfStB") en de ZTV-ING van het Duitse Ministerie voor Verkeer en digitale infrastructuur.
Eenvoudig in gebruik en tegelijkertijd een breed toepassingsgebied: onze speciale mortels Reprofill K 765 en Fijnplamuur 804 alleen al dekken 90% van de toepassingen op het vlak van betonreparatie.
Reprofill K 765 is uitstekend geschikt voor de dagelijkse probleemgevallen zoals het afbrokkelen van hoeken en randen en om ondergronden glad te maken, bv. om een warmte-isolerend systeem te creëren. Snel mengen in slechts twee minuten, een sterke natte hechting en hoge stabiliteit om bv. hoeken te modelleren bewijzen de veelzijdigheid van dit product.
Om grote oppervlakken te plamuren en reeds gerepareerde ondergronden te egaliseren wordt de PCC-Fijnplamuur 804 aangeraden. Naast de klassieke, handmatige verwerking is die ook geschikt om met de natte spuitmethode te worden aangebracht. Speciaal hiervoor is het materiaal niet alleen in de gebruikelijke zak van 25 kg maar ook in de Big-Bag van 750 kg leverbaar.
De opbouw met de Brillux PCC-Basisbescherming 801, PCC-Vulmortel 805 en PCC-Fijnplamuur 804 is conform de reparatierichtlijn en ZTV-ING gekeurd. De producten voldoen aan de eisen van EN 1504-3 c.q. EN 1504-7 en worden permanent gecontroleerd.
Over het algemeen vermindert een oppervlaktebeschermingssysteem de opname van water en kooldioxide. De carbonatisering van het beton wordt daardoor nagenoeg gestopt. Het enige echte zwakke punt van gewapend beton – de corrosie van de bewapening en de daaruit resulterende afspringende betondelen – wordt daarmee uitgeschakeld.
De beschreven soorten laagopbouw zijn systemen die gekeurd zijn volgens de reparatierichtlijn van de Duitse Commissie voor gewapend Beton (Deutscher Ausschuss für Stahlbeton (DafStB)) en de ZTV-ING. De producten voldoen aan de eisen van EN 1504-2 en worden permanent gecontroleerd.
De afwerking volgens OS 2 (OS B) is een preventieve bescherming van vrij aan het weer blootgestelde betonnen bouwelementen met voldoende waterafstroming. Dankzij de filmvormende afwerking wordt een kleinere opname van water en in het water opgeloste stoffen bereikt.
Het resultaat:
De carbonatisering van het beton wordt door een duidelijke daling van de CO2-opname nagenoeg gestopt en de staalbewapening blijft zodoende duurzaam beschermd.
De normale opbouw:
Een hydrofobering en minimaal twee eindafwerkingen met een polymeerdispersie.
Ook mogelijk:
OS 4 (OS C) is de normale maatregel na een herprofilering wegens corrosie van betonstaal. Voorwaarde: scheurvrije, verticale betonondergronden
De normale opbouw:
Het aanbrengen van PCC-Fijnplamuur als egalisatieplamuur over het volledige oppervlak en minimaal twee eindafwerkingen met een polymeerdispersie.
Ook mogelijk:
OS 5a is een maatregel die bij betonscheuren dichtbij het oppervlak wordt uitgevoerd. De oppervlaktebeschermingslaag is in tegenstelling tot OS 4 aanzienlijk elastischer en dikker.
De normale opbouw:
Het aanbrengen van PCC-Fijnplamuur als egalisatieplamuur over het volledige oppervlak en twee eindafwerkingen met een UV-bindende polymeerdispersie.
Ook mogelijk: