Feniks uit de as.
Plaats Korsarzy 34, 70-953 Szczecin, Polen
Opdrachtgever Opera na Zamku w Szczecinie, Szczecin, Polen
Architect MXL4, Szczecin, Polen
Uitvoerend schildersbedrijf Konsart Sp. z o.o., Szczecin, Polen / P.B. CALBUD Sp. z o.o., Szczecin, Polen
Szczecin is uit de as verrezen als een feniks. Na de oorlog werd de stad razendsnel weer opgebouwd. Maar hier gebeurde dat niet met behoud van historische waarde, zoals in veel andere Europese steden, maar in een socialistische bouwstijl – dus vooral modern en gericht op autoverkeer.
Hoewel de weinige overgebleven karakteristieke gebouwen van de stad aan de Oder wel uiterlijk zijn gereconstrueerd, blijft de stedenbouwkundige context tot op de dag van vandaag een doorn in het oog. Zo staat de middeleeuwse dom, een oorspronkelijk bakstenen gebouw, tegenwoordig triest ingekapseld tussen moderne systeembouw. Het gebied heeft een voorstedelijk karakter, maar dan met een iets te grote kerk.
Tegen deze achtergrond won het Szczecinse architectenbureau MXL4 in 2009 de mededinging naar de sanering en hernieuwde vormgeving van het bestaande operagebouw. Architect Tomasz Maksymiuk en zijn medewerkers analyseerden eerst de bestaande bouw. Het kantoor ontwikkelde vervolgens een concept dat de historische overblijfselen niet reconstruerend aanvult, maar de relicten ensceneert en deze laat contrasteren met zichtbaar nieuwe elementen. Zo stuitte men in het souterrain op grote brokken natuursteen, waarmee de metersdikke muren van de fundamenten waren gevuld. De mooiste van deze rivierkeien gaven de architecten een rol als element in de nieuw gemaakte muurdoorbraken, waar ze nu door wit gepleisterde muren heen steken. In de hal en foyers lieten de architecten bewust dagkanten en afgeronde, deels scheef lijkende muren in het zicht. Dit vormt een contrast met de ingehangen trappen met moderne balustrades en ronde led-hanglampen die in willekeurige lichtkleuren kunnen branden. Het hart van het gebouw wordt gevormd door de grote operazaal voor 594 toeschouwers. De zitplaatsen bevinden zich op een glooiend getrapt parketgedeelte en een langgerekt balkon, waarvan de smalle flanken – uitsluitend met achter elkaar gerangschikte enkele stoelen – zich bijna tot op het podium uitstrekken. Met zijmuren van blootgelegd metselwerk herinnert de zaal op subtiele wijze aan gebouwen uit het industriële tijdperk.